Trebbiano is de meest productieve druivensoort en komt in vrijwel elk wijn producerend land voor. De soort is gemakkelijk en geeft veel fruit. Ook al is deze druif zeer rijp, dan behoudt het toch zijn hoge zuurgehalte. De smaak en geur van de wijnen zijn veelal neutraal en licht en bevatten citrustonen. Het zijn toegankelijke lichte wijnen, maar kunnen niet lang rijpen. De druif kwam al in de Romeinse tijd voor en wordt ook gebruikt als basis voor cognac en almagnac. In koele regio’s ontwikkeld hij een hoge zuurtegraad en de wijn heeft dan weinig alcohol. In warme regio’s is de wijn fris en ruikt lekker met veel aroma’s. Door de grote opbrengsten, moet de
oogst beperkt worden. De druif is niet vatbaar voor ziektes, alleen voor de meeldauw. Droogte is niet erg, maar om volledig te rijpen heeft hij een lange vegetatieperiode nodig.
Regio `s van Trebbiano
De grootste wijnbouwgebieden van Trebbiano liggen in Italië en Frankrijk. Meer dan 11% van de totale wijnbouwgrond van Italië is met Trebbiano beplant. Daarmee is hij de meest verbouwde druivensoort van Italië. Door de verschillen per regio zijn er veel verschillende soorten van de druif.
Trebbiano di Soave, Trebbiano Romagnolo, Trebbiano Spoletino, Trebbiano Giallo en Trebbiano d’ Abruzzo horen bijvoorbeeld allemaal bij Trebbiano Toscano. In Frankrijk groeit de druif op ongeveer 83.000 hectare en is na de
Carignan de belangrijkste druivensoort. Hij is vooral in Charentes, in de Provence, in Zuidwest-Frankrijk en aan de Rhône te vinden. De druivensoort is ook te vinden in Griekenland, Bulgarije, Portugal, Rusland, Argentinië, Brazilië, Mexico, Uruguay, de VS, Australië en Zuid-Afrika.
Geschiedenis van Trebbiano
De Trebbiano, ook Trebbiano Toscano genoemd, wordt in Italië al vanaf de Romeinse tijd verbouwd, vermoedelijk ook al eerder. De Trebbiano verspreidde zich door heel Italië. De druif werd al in de eerste eeuw voor het eerst genoemd in de Naturalis Historia, die Plinius de Oudere schreef. In zijn werk schrijft hij over Vinum Trabulanum, vermoedelijk de Trebbiano. De naam Trebbiano is afgeleid van het Latijnse woord Trebula wat huis of boerderij betekent. Dat wijst erop dat de Trebbiano in die tijd een lokale witte wijn was, die zelf door de boeren werd gemaakt en die ze ook zelf dronken. In de veertiende eeuw kwam de druif naar Frankrijk. Daar is hij tegenwoordig onder de naam
Ugni Blanc of Saint-Emilion bekend. Na de
Airén is de Trebbiano de meest verbouwde witte druivensoort. In tegenstelling tot Trebbiano heeft Airén altijd een kleine oogst. Wereldwijd heeft de Trebbiano een oppervlak van meer dan 223.000 hectare.
Mooi te combineren
De wijn kan lang bewaard blijven en heeft veel structuur en body. Door de lichte kleur en het hoge alcoholgehalte wordt hij meestal voor blends gebruikt. Trebbiano past het beste bij groente, risotto, gekookt, gebakken of gegrild vlees. Hij is ook lekker als aperitief.