Europese Cabernet Sauvignon: De Cabernet Sauvignon rijpt laat en daarom gedijt hij het beste in hete klimaten. In de Bordeaux gaat het nog net, vooral in het relatief warme Entre-Deux Mer en op de droge kiezelgronden van Medoc en Graves. Aan deze vermaarde regio’s dankt hij zijn reputatie, al wordt hij hier geblend met Cabernet Franc, Merlot en soms Petit Verdot. Van de nabij gelegen regio’s Bergerac, Buzet tot aan de Middellandse Zee is de Cabernet Sauvignon op grote schaal aangeplant. Er worden wijnen van allerlei kwaliteitsniveaus van gemaakt. Je vindt Cabernet Sauvignon in grote delen van Italië. Ook hier wordt hij veel geblend, bijvoorbeeld met Sangiovese. Oostenrijkers doen hetzelfde, maar dan liefst met hun inheemse druiven als de Blaufränkische en de Zweigelt druif. Bulgarije, Roemenië, Macedonië, Moldavië en Libanon hebben de Cabernet Sauvignon al in de negentiende eeuw aangeplant. In de warme zomers van de Oost-Europese landen kan de zonminnende Cabernet Sauvignon uitstekende wijnen geven.
Cabernet Sauvignon uit de Nieuwe Wereld: In Sonoma, in het noorden van Californië, is de Cabernet Sauvignon populair als ‘varietal’. Het zijn vaak vrij alcoholische, krachtige rode wijnen. De laatste jaren maken de ‘tannine-beukers’ steeds vaker plaats voor verfijndere versies die aan Bordeaux doen denken. Ze kunnen een frisse hint van munt in de neus hebben. Australiërs hebben de Cabernet Sauvignon eerst aangeplant in de warme Coonawarra regio in South Australia. Tegenwoordig komen er ook prima Cabernet Sauvignons uit Hunter Valley en Victoria. Mengen met de populaire Shiraz (Syrah) bleek een prima ingeving. De Cabernet Sauvignon is tenslotte een belangrijke pijler geweest voor de wijnindustrie van Chili. Ruim een eeuw geleden werd de druif hier naartoe gebracht en inmiddels vindt je er kilometers lange wijngaarden met keurige rijtjes Cabernet Sauvignon. Ze worden over de hele wereld verkocht. Vaak zijn ze ietsje zoeter en rijper dan de Europese versies.